13 sep Durf jij je dochter te wisselen?
Leestijd: 4 minuten
Coachen
‘Meiden’ sportteams coachen is niet zó mijn ding. ‘Jongens’ en ‘Heren Jeugd’ gaven nooit gezeur met ouders. Onderlinge strijd was er soms en de volgende dag was dat alweer vergeten. Meer dan tien seizoenen heb ik dat als hobby met geweldig veel plezier gedaan. Was ook vaak verrast door de spontane hulp en dankbaarheid van de ouders.
Respect verdienen vooral de mannelijke coaches met die speciale gave en de uitzonderlijke prestaties die ze met ‘hun meiden’ bereikten. Arno Havenga, Marc Lammers, Peter van den Biggelaar en Robin van Galen zijn mijn helden op dat vlak. Ik mis dat talent en heb de verzoeken om het team van één van onze meiden te gaan coachen dan ook afgehouden. Tot vorige week…
Meiden
Onze jongste dochter is nu bijna 16 jaar en wist 10 jaar geleden al zeker dat ze later zou gaan hockeyen. Ik kocht voor haar zo’n benjamin stickje en heb vele uren met haar een balletje overgeslagen. Haar oudere broer en zus speelden toen al competitie en namen haar vaak mee naar de thuiswedstrijden. Mogelijk heeft dat een positieve invloed gehad. Ze speelt nu alweer jaren competitie. Alleen dit nieuwe seizoen ontbrak er nog een coach voor haar meidenteam…
Invloed
Ook zonder kennis van Robert Cialdini (Boek: Invloed) weet zij mij op subtiele en effectieve wijze te beïnvloeden. Zó krachtig dat ik mijn eigen overtuiging ben gaan heroverwegen. Mijn enige voorwaarde is wel om samen te werken met een coach met hockey ervaring. Dat werd op het allerlaatste moment ingevuld, dus ik mag weer aan de bak. Dit weekend stond ik al langs de lijn bij het hockeyteam van onze dochter.
Gedeeld leiderschap
Onze club heeft het erg goed georganiseerd dankzij de hulp van talloze vrijwilligers. Bijna ieder team heeft een teammanager en twee coaches. Dat vraagt per definitie om gedeeld leiderschap. In de zakenwereld doen we daar nogal eens ingewikkeld over. In de sportwereld loopt het verrassend vaak op rolletjes.
Compassie
Interessant als je weet dat wij alle drie een dochter hebben die in dit team speelt. Onbewust heeft iedere dochter enigszins invloed met haar commentaar tijdens de training, de wedstrijd en tussendoor.
Ik herinner mij nog als de dag van gisteren, dat ik zelf speelde in het aspiranten waterpoloteam van PSV dat mijn vader coachte. Hij deed toen alles helemaal alleen en dat leverde ons veel lol en een paar Brabantse titels op. Toch was ik soms helemaal niet akkoord met zijn wisselbeleid. Vooral als hij mij uit het veld haalde terwijl ik overtuigd was onmisbaar te zijn. Het maakte mij dan furieus en achteraf bewonder ik zijn compassie met mijn pubergedrag.
Gouden driehoek
Ouder en wijzer geworden hoop ik op minder conflicten met mijn dochter. Dat vraagt van mij alertheid en de kunst om te anticiperen op mogelijke conflicten. Beter om dat vóór de wedstrijd uit te spreken. Bij de eerste teambespreking hebben wij als begeleidingsteam alle lijnen opengesteld voor de meiden. Hebben ze uitgenodigd om als er iets is direct één van ons drieën aan te spreken, zodat het snel kan worden uitgepraat. Dat vraagt wel van ons, ‘gouden driehoek’, dat we open zijn naar elkaar en de integriteit tonen die de meiden van ons verwachten.
Teamwork
Patrick Lencioni (Boek: De 5 frustraties van teamwork) zou zeggen dat ons mini MT vraagt om volledig vertrouwen in elkaar. Dat wij de discussie beter met elkaar aangaan, ook over zaken die minder belangrijk lijken. Ons betrokken tonen naar elkaar en verantwoordelijkheid nemen voor onze acties. Elkaar direct aanspreken als afspraken niet zijn nagekomen.
Afgelopen weekend speelden we onze eerste competitiewedstrijd. We hebben gezien hoe lastig het is om met één stem onze meiden aan te spreken. Wel voelen ze onze goede bedoelingen.
Lof
Naar analogie van ‘kinderen doen wat ouders doen’ wordt ons motto ‘speelsters doen wat coaches doen’. Wij zijn hun voorbeeld, of we dat nu willen of niet.
Lof voor al die ouders die ‘vrijwillig’ langs de lijn staan! Zonder jullie is er géén competitieplezier.